Uit het hart …
Mensen die uit zijn op “happiness” vinden op internet heel wat websites, die hen daarbij willen “coachen”.
Toen ik laatst als zoekopdracht intypte “je hart volgen”, vond ik onder meer de volgende passage:
“Je hart volgen is trouw zijn aan wat je diep van binnen weet en voelt wat waar is voor jou. Je volgt het ja- en nee-gevoel in jezelf, je intuïtie. De keuze tussen gevoel en verstand, tussen je hart en je hoofd, is in feite vaak een keuze tussen angst en liefde. Een keuze tussen “overleven” of “leven”.
Of je happiness vindt, heeft hier met name van doen met jouzelf en de keuzen die je maakt. Maar is het wijs, die focus op jezelf? Überhaupt, kun je geluk maken? Hoeveel mensen streven het niet na, zonder het te vinden? Iemand merkte in dit verband op. “Geluk valt je toe. Zij die het najagen, zien dikwijls voorbij aan wat er reeds is. Wellicht omdat men teveel met zichzelf bezig is. Daardoor ontgaat hen veel.”
Jezus heeft het eveneens over het hart van de mens, o.m. in het Evangelie van zondag 1 september waarin staat: “Niets kan de mens bezoedelen wat van buiten af in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid. Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.” (Mc. 7, 1-8. 14-15. 21-23).
Het is een passage die in onze tijd waarin mensen het dikwijls hebben over “je hart volgen” - heel ontnuchterend zal overkomen. Daarom, weet wat er je eigen hart schuilgaat! Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Vaak draait het daarin om onszelf. Bijv. als we verliefd zijn. Dan maken we van die ander al gauw een ideaal, door ons wensdenken. An sich niet verkeerd, zolang het maar niet aan de realiteit voorbijgaat. Ware liefde nu ziet altijd verder, neemt echter ook de “onvoorziene kanten” van de ander mee. Derhalve, bewaar je hart zuiver, en heb oog voor je eigen egocentrische trekken. In ons geloof bestaat er een remedie voor; geef je hart aan de Heer, dan zal Hij het vullen en zuiveren om het te richten op wat echt liefde is, inclusief de gave van jezelf. Het is welbeschouwd een beweging die haaks staat op het alomtegenwoordige happiness-denken, waarbij steeds het “IK” voorop staat.
Pastoor C. Müller
Heer, naar wie zouden wij gaan?
Ons leven omvat tal van keuzen. De keuzen die wij maken, geven richting aan ons leven, ook die welke we soms achteraf betreuren. Mensen kunnen natuurlijk op eerder gemaakte keuzen terugkomen. Beter is het om steeds keuzen vooraf goed te overwegen. Past dit of dat nu echt bij mij? Of … waarom neig ik naar die en die keuze? Ervaring en zelfkennis zijn van belang. Maar ook, wat vraagt God nu van mij? Je uitsluitend baseren op gevoel, dan wel de tijdsgeest, is wellicht minder verstandig. Je voorgenomen keuze voorleggen aan mensen die je goed kennen, kan soms helpen.
In het Evangelie van zondag 25 augustus stelt Jezus zijn leerlingen eveneens voor een keuze (nadat eerder velen waren weggegaan): Wilt ook gij soms heengaan?
Goed is te weten dat God ons als vrije wezens heeft geschapen. Hij laat ons vrij. Alleen zo kan er werkelijk sprake zijn van ware liefde. Zonder echte vrijheid kan liefde niet bestaan. Anderzijds veronderstelt liefde verantwoordelijkheid. Ware liefde is allesbehalve vrijblijvend!
Interessant is het antwoord van Simon Petrus: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de heilige Gods zijt.”
Petrus kiest heel bewust. Door zijn kennis van Jezus ziet hij in hoe betrekkelijk alle andere dingen zijn. Het mag ons aan het denken zetten. Ja, wie / wat is voor mij belangrijk? En in welke mate? Maar ook: Leven we er vervolgens naar?
Pastoor C. Müller
Geestelijk voedsel
Jezus spreekt vaker over brood. Onder meer in het Onze Vader: “Geef ons heden ons dagelijks brood.” Zonder brood (voeding) kan de mens niet leven. Jezus spreekt ook over brood in geestelijke zin. Het is dan geen gewoon brood meer, maar Brood ten eeuwigen leven, aldus het evangelie van zondag 18 augustus (20e zondag door het jaar). Daarin staat onder meer: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald”. Voorts: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven”. Ja naast gewoon brood kunnen we niet zonder dat andere Brood, zowel voor dit leven als voor het leven na de dood. Het is niet zonder reden dat de kerk het heeft over de zondagsplicht. Die plicht houdt verband met het 3e gebod van de tien geboden: “Wees indachtig dat gij de Dag des Heren heiligt”. Relevant is ook de zin uit het boek Genesis waar staat: “Op de zevende dag (Sabbath) rustte God en Hij zegende en heiligde die dag” (Gen. 2,3). Voor de Joden was en is de zevende dag de zaterdag. (Sabbath betekent zevende). De christenen hebben al heel vroeg de Dag des Heren verplaatst naar de zondag, de dag waarop Christus is verrezen. De moslims komen op vrijdag samen.
De zondagsplicht is voornaam, omdat God zelf ons uitnodigt tot het bruiloftsmaal. Het is dus veel meer dan een kerkelijk gebod, omdat God zelf die dag geheiligd heeft. Door het bijwonen van de zondagsmis ontvangen we genade, die onontbeerlijk is voor de groei van ons geloof en onze band met de Heer. Zonder de H. Mis brokkelt het geloof af. Ja, naast gewoon brood, hebben we nood aan geestelijk voedsel voor ons geestelijk leven.
In de katechismus zijn diverse paragrafen gewijd aan de zondagsplicht (nrs 2180 t/m 2188). Zo staat in paragraaf 2181: “De Eucharistie op zondag is de grondslag en de bezegeling van het hele christelijk leven. Daarom ook zijn de Christenen verplicht om aan de Eucharistie deel te nemen op de vastgestelde dagen, tenzij ze verontschuldigd zijn vanwege een ernstige reden (zoals ziekte, zorg voor zuigelingen) of ervan ontslagen zijn door hun eigen pastoor. Zij die willens en wetens deze verplichting verwaarlozen, begaan een zware zonde.”
Is het niet jammer (“zonde”) dat velen de zondag thans beschouwen als een gewone dag, terwijl het de Dag des Heren is? Jezus komt tot ons en velen laten verstek gaan ...
Pastoor C. Müller
Vergeeft elkaar zoals God u vergeven heeft in Christus.
In de 2e lezing van zondag 11 augustus (19e zondag door het jaar) spreekt de apostel Paulus onder meer over de noodzaak van vergeving. Het betreft een heilige plicht, omdat God ons in Christus vergeven heeft. Het overstijgt veelal ons denken. Vergeven nu lijkt meer dan eens raar of zelfs niet gepast. Maar daar gaat het niet om, of het te begrijpen valt. Ook de liefde verstaan we dikwijls niet, maar toch doen we dingen uit liefde, omdat liefde groter is dan wijzelf.
Vergeven veronderstelt eveneens liefde. Maar dat niet alleen, ze stelt haar ook op de proef. Dan is het zaak de Heer erbij te betrekken. Door bij voorbeeld Jezus te vragen: “Heer help mij te vergeven! Zelf kan ik het niet, maar help mij het kwade te overwinnen door het goede.”
Zo ontmoette Corrie ten Boom na de oorlog na een voordracht een voormalige SS-er. Hij was inmiddels christen geworden. Corrie herkende de beul uit het kamp, waar zij en haar zus zoveel hadden geleden. Kunt u mij vergeven, vroeg de man aan haar. Corrie, overtuigd en vurig Christen stuitte op dat moment op haar eigen grenzen. Ze wilde het wel … maar kon het niet. Toen bad ze (zoals zo vaak in moeilijke omstandigheden); opeens leek haar arm, los van haar wil, zich uit te strekken naar de man. Corrie werd gewaar dat Jezus haar hielp de man te vergeven. Daarom kon ze het in 2e instantie ook. Vergeven is niet gemakkelijk, maar mogelijk; dankzij God, die het van ons vraagt. En die ook ons vergeven heeft!
Pastoor C. Müller
“Ik ben het brood des levens”
In het Evangelie van zondag 4 augustus (18e zondag door het jaar) spreekt Jezus over Zichzelf als “Brood des levens”. Het betreft een verwijzing naar wat we later leren kennen als de H. Eucharistie. Maar dat niet alleen, Zijn woorden zelf geven leven. Je ontdekt het als je ze tot richtsnoer van je eigen leven maakt. Het gaat met name om de bekende “Ik ben” uitspraken van Jezus. De ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus in het 4e evangelie zijn zeer belangrijk. Ik ben het brood des levens / het levende water / het licht van de wereld / de goede herder enz. Zij wijzen ons op de goddelijke status van Jezus. Die uitspraken houden verband met een eerdere zelfopenbaring van God ten overstaan van Mozes, toen de Heer hem zei: ‘IK BEN DIE IK BEN’ (Jahwe – Hij die is) . De beelden die Jezus gebruikt, tonen ons het gelaat van God. Door Jezus te volgen, ontdekken we ook wie wij ten diepste zijn. Dat bewustzijn van ons eigen “zijn” is bij uitstek religieus. Buiten God om kunnen we weliswaar kennis hebben van onszelf, maar het zal altijd onvolledig blijven en ons onvervuld laten. Daarom ook: “Ik ben het brood des levens”. Hij alleen kan ons voeden in spirituele zin. Al het andere is slechts relevant voor zover het een verwijzing betreft naar God. Als zodanig zijn de verhalen van mensen die God gevonden hebben (die Zich overigens graag laat vinden) heel verhelderend. Zij die een glimp van God hebben mogen ervaren, kunnen niet meer zonder God, die alles en allen te boven gaat.
Pastoor C. Müller
Hij die geeft wat hij heeft, is zalig dat hij leeft.
Het Evangelie van zondag 28 juli (17e zondag door het jaar) vertelt ons het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging. Jezus wil de grote menigte voeden en stelt zijn leerlingen de vraag: “Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?” Hij zei dit om hen op de proef te stellen, want zelf wist Hij wel wat Hij ging doen.
Andreas merkt op: “Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo'n aantal?”
Jezus nu laat de mensen zitten. Hij neemt vervolgens het brood, spreekt er een dankgebed over uit en laat het brood uitdelen onder de 5000 mannen. Iedereen nu eet tot men verzadigd is. Daarna haalt men op wat overgebleven is.
Het verhaal betreft een verwijzing naar de H. Eucharistie. Door het dankgebed en de consecratie wordt gewoon brood “vermenigvuldigd”, maar dan enkel in kwalitatieve zin. Het wordt Heilig Brood, dat eeuwigheidswaarde heeft gekregen.
Het Evangelie vormt een illustratie van het gezegde dat men niet armer wordt door te geven, maar juist rijker. Het is door te geven dat men waarlijk leert leven. Niet bezit maakt gelukkig, maar wel het geven en het helpen van mensen.
Pastoor C. Müller
Vakantie
Het Evangelie van zondag 21 juli 2024 (16e zondag door het jaar) past wonderwel bij de zomervakantie. Jezus zegt tot zijn leerlingen: ”Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.” Mensen hebben nood aan momenten van rust en bezinning, juist in onze jachtige wereld, waar zelden rust voor handen is. We leven in een tijd van constante behoeften-bevrediging, van thrill-seekers en shopaholics. Aan de andere kant vinden we velen die vast zijn gelopen, niet meer méé kunnen. Weer anderen sluiten zich af, en zijn daarin even onvrij, als zij die meegaan in de zogeheten “ratrace” (dit begrip verwijst naar de mens die met een reeks eindeloze of nutteloze handelingen bezig is, zonder echt uitzicht op resultaat. Het doet denken aan een rat die “gevangen” zit in een tredmolen, en steeds maar doorholt in de hoop eens op bestemming te komen).
Door pas op de plaats te maken, door uit te rusten en te reflecteren, kunnen mensen tot nieuwe inzichten komen. Ja, waarvoor en voor wie doe ik het allemaal? En door wiens verwachtingen laat ik me leiden? Jezus wil dat we gaandeweg ontdekken wie we werkelijk zijn en dat we het grotere plaatje leren zien. Moge uw vakantie u daarbij helpen.
Pastoor C. Müller