Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen                                  

Bovenstaande zin is afkomstig van Petrus. Ze staat in de eerste lezing van de 3e zondag van Pasen (1 mei). Het is goed deze uitspraak in achterhoofd te houden, wanneer men het Evangelie leest dat hoort bij diezelfde zondag. Daarin lezen we hoe de verrezen Heer voor de 3e keer verscheen aan de leerlingen. Ze kwamen terug na een nacht vergeefs gevist te hebben. Jezus ziet hen (net als 3 jaar daarvoor). Aanvankelijk herkenden de leerlingen Hem niet. Als ze begrijpen dat het Jezus is, gaat Petrus direct naar de Heer toe. Jezus nodigt hen uit voor een ontbijt. Even later vraagt Hij tot drie keer aan Simon: Hebt gij Mij lief? Het feit dat Jezus het drie keer vraagt betreft een verwijzing naar de eerdere (3-voudige) verloochening door Petrus. Het gesprek terzake betreft welbeschouwd een “herbevestiging” door Jezus (alsook Petrus zelf). Daarop volgt eveneens een voorzegging; daarmee zinspeelt Jezus op de dood waardoor Petrus God zou verheerlijken.

Beziet men een en ander in hun samenhang, dan begrijpt men dat Petrus nadien benadrukt wat in de eerste lezing werd verteld: “Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen”. Voorheen luisterde Petrus vooral naar zijn angst toen Jezus gevangen werd genomen. Het is mede daardoor dat hij Jezus 3 maal verloochent (“Ik ken Hem niet”) en hij de haan hoort kraaien. Na zijn “bekering” handelt hij anders. Op het einde van zijn leven blijkt Petrus bereid zijn leven te offeren. Petrus wordt uiteindelijk ook gekruisigd, maar dan ondersteboven (met het hoofd naar beneden), uit eerbied voor het kruis van de Heer - zo leert ons de overlevering.

Pastoor C. Müller

Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid (Beloken Pasen)              

Sedert het jaar 2000 kennen we in onze kerk een speciale thema-zondag, de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Paus Johannes Paulus II heeft dit feest ingesteld b.g.v. de heiligverklaring van de Poolse zuster Maria Faustina.

Op 1 augustus 1925 trad zij (Helena Kolwaska) toe tot de Congregatie der Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Barm-hartigheid. Er werden haar buitengewone gunsten verleend: visioenen, verborgen stigmata, de gave der profetie, kennis der geheimen van de ziel. Bovenal ontving zij een openbaring van Gods ondoorgrondelijke Barm-hartigheid. Ze kreeg tot taak om, zoals het geloof leert, de medemensen te herinneren aan de waarheid omtrent de barmhartige Liefde van God voor elk van ons. In 1931 toonde de Heer Zich aan haar en droeg haar dit op : “Maak een afbeelding van Mij zoals gij Mij ziet en schrijf eronder : ‘Jezus, ik vertrouw op U !’ Ik zou willen dat deze afbeelding overal in de wereld vereerd wordt. Zij, die haar vereren, beloof Ik dat ze niet verloren zullen gaan. De lichtende witte straal betekent het water uit Mijn Zijde, dat de ziel reinigt; de rode straal stelt Mijn Bloed voor dat de ziel leven geeft. Deze twee stralen verspreidden zich uit het diepst van Mijn Barmhartigheid, toen Mijn Hart werd doorboord door de lans. Zij beschermen de zielen die eigenlijk straf verdienen voor hun zonden. Gelukzalig de zielen die in de schaduw van deze stralen leven. De Goddelijke Rechtvaardigheid zal hen sparen. Ik zal die huizen en zelfs die steden begenadigen en beschermen, waar deze afbeelding vereerd wordt. Rust noch vrede zal de mensheid kennen zolang zij zich niet richt naar Gods Barmhartigheid ...”

Dankzij haar dagboeken weten we veel over haar geestelijk leven. De verering van de Goddelijke Barmhartigheid, waartoe zij de aanzet had gegeven, beleefde een aanmerkelijke groei, mede dankzij de verspreiding van de ikoon van de barmhartige Christus met daarbij het opschrift: “Jezus, ik vertrouw op U!” De betreffende afbeelding vindt men ook in de kerk van Velden. Zuster Faustina werd op 18 april 1993 zalig en op 30 april 2000 heilig verklaard.

 

Pastoor C. Müller

 

PAASWENS

Dat u erdoor mag komen zoals Hij,

door dit leven en door deze dood,

zoals Jezus Christus; dat u erdoor mag komen,

zoals het vuur dat in de paasnacht

door de duisternis heendringt,

zoals het licht dat door het donker gedragen wordt;

dat u erdoor mag komen zoals de schepping door de chaos,

zoals het leven door wat woest was en leeg;

dat u erdoor mag komen, door uw zee en door uw woestijn,

samen met heel het volk van God, Jezus voorop.

Dat u erdoor mag komen, door alles wat u benauwt

en beangstigt, het oog gericht op ons paasvuur,

het licht dat door de kerk ons vooruit gedragen wordt,

Jezus, het teken dat God ons nabij is.

Dat u erdoor mag komen, door zijn licht dat u herschept,

dat ons onszelf en onze wereld doet zien met een

nieuw vertrouwen, beschenen als wij zijn door

de welwillendheid van God onze Heer.

Dat u erdoor mag komen, door uw woestijn

omdat Hij uw manna is, uw paasbrood, uw dagelijks brood.

Dat u door Hem mag worden gedragen

naar de nieuwe schepping

waar Hij onze zon is en ons leven.

Dat Hij u mag bevrijden van al wat u drukt,

dat Hij u mag opwekken als uw hoop was gestorven,

dat Hij u mag verlevendigen als uw liefde was verkoeld,

dat het voor u Pasen mag zijn, dat is: dat de Heer langskomt.

 

(P. Penning de Vries SJ)

Goede Week                                                                                       

God, hoe zwaar is loslaten,
hoe zwaar is afscheid nemen,
hoe zwaar soms verder te gaan.
Geef ons de moed achter te laten
wat ons verlamt of onze gang vertraagt
op deze pelgrimage naar Pasen.
Geef ons openheid om te vergeven
en om vergeving te vragen,

een nieuw begin te maken.
Laat ons zien waar het op aankomt,
wat waard is mee te dragen
op onze weg door de tijd achter Jezus aan.
Samen met uw pelgrimerend volk
vertrouwen wij ons toe aan U
die wij noemen: eeuwige, levende God.

Amen.

Pastoor C. Müller

Parabel van de verloren zoon                                                          

Op de 4e zondag van de Veertigdagentijd (27 maart) horen we het Evangelie van de verloren zoon (Lucas 15,1-3.11.32). Een man had 2 zonen. De jongste vertrekt en neemt mee een deel van het vermogen van zijn vader. In den vreemde verbrast hij het geld en raakt aan de bedelstaf. Aldaar komt hij tot inkeer. De hongersnood doet hem terugkeren naar zijn vader. Zijn vader ontvangt hem met open armen. Het verhaal laat iets zien van de overgrote liefde van God de Vader voor ons, zijn kinderen. De parabel wil ook ons aan het denken zetten. Ja, waar bevinden wij ons? Zien we nog wat we (om niet) ontvangen hebben? Of beschouwen we alles als het onze? Misschien dreigt in de toekomst ook bij ons een hongersnood … Goed is het na te denken over onze band met God de Vader. God nu laat Zich graag vinden. Hij ziet naar ons uit. Denk derhalve nooit te gering over Gods barmhartige liefde. Vertrouw dan op Hem. Hij wil zijn onze rots en onze redding.             

Pastoor C. Müller

Bekering                                                                                                       

Tijdens de Veertigdagentijd is het van belang dat we werk maken van onze bekering. Het is bij uitstek de tijd om meer te bidden, te vasten en aalmoezen te geven. Het is welbeschouwd een heilzame tijd. In het Evangelie van de 3e zondag van de Veertigdagentijd (20 maart) spreekt Jezus er uitdrukkelijk over. “Als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen”. Even verder zegt de Heer het nogmaals. Dan vertelt Hij de parabel van een vijgenboom. Op een gegeven moment komt de eigenaar kijken of er vrucht aan zat, maar vond niets. Later blijkt dat hij al drie jaar vergeefs vruchten zocht aan die ene vijgenboom. Dan beveelt hij de wijngaardenier de boom om te hakken. Waartoe put hij de grond nog uit? De wijngaardenier vraagt nog om een jaar respijt. “Laat hem nog staan, ik zal de grond eromheen nog omspitten en er mest op brengen. Misschien draagt hij volgende jaar vrucht, zo niet dan kunt ge hem omhakken.”

Hoe de boom er na een jaar voor stond, dat vertelt het Evangelie niet. Het verhaal mag ons aan het denken zetten. Ja, hoe vruchtbaar is mijn leven, geestelijk gesproken? Ben ik bereid om te spitten zoals de wijngaardenier deed? Bekering vraagt om toewijding, dat we ons afkeren van wat verkeerd is en ons richten naar God. Het Evangelie wil daarbij voor ons een kompas zijn. Juist in deze tijd, waarin velen lijden onder de hebzucht van enkelen (oligarchen). Als zodanig is het goed de tekenen van de tijd te verstaan. Onze wereld bevindt zich thans in een grote crisis. Moge het ook voor ons een keerpunt zijn.

Pastoor C. Müller

Heilig Vormsel                                                                                              

Op vrijdag 11 maart 2022 a.s. vindt om 19.00u in de kerk van Arcen de tweejaarlijkse (gezamenlijke) Vormselviering plaats voor de vormelingen van onze parochies. Door het sacrament van het H. Vormsel kunnen de vormelingen getuigen van het geloof, indachtig de apostelen na de nederdaling van de H. Geest. We vieren het met Pinksteren. Onderstaande tekst van kardinaal Danneels wil ook ons er toe aanzetten. Geloof komt immers door horen (Paulus).

Getuigen

Een boodschap breng je over. Een getuigenis, dat bén je. Het is niet iets van jou: je bent het zelf. Een boodschap kun je brengen, thuisbezorgen en daarna weer rustig verdergaan. Er blijft niets in je kleren hangen. Van een getuigenis wel. Als je getuigt, is het voornaamste niet wat je zegt, maar wel dát je het zegt en dat je één wordt met je woorden. Want getuigenis mikt op geloof, meer dan op weten en begrijpen. Leraren dragen kennis over: ze eisen geen geloof. Ze leggen iets uit tot het duidelijk is. Alleen getuigen vragen geloof. Een getuigenis is anders. Die komt uit het hart en uit je diepste zelf. Die geef je niet af, die blijft bij je, ook lang nadat je hebt gesproken. Want een getuigenis is iets in jou en van jou. Je bezit de getuigenis niet, je bent haar. Wie getuigt, lijdt vaak ook pijn: hij geeft altijd een stuk van zichzelf prijs. Getuigenis is als je kind dat je het leven geeft: het neemt bij zijn geboorte een stuk mee van jezelf. En het blijft je kind dat je moet voeden en verzorgen.

Pastoor C. Müller