Zalig Nieuwjaar
Rond 1 januari wensen mensen elkaar vaak een gezond Nieuwjaar toe. In de kerk gebruiken we een ander woord: Zalig Nieuwjaar. Daarmee plaatsen we het jaar in een groter perspectief. Ons leven is immers gegeven door onze Schepper en Heer. Onze tijd is geschonken tijd, heel kostbaar ook. Vroeger werd dat benadrukt doorheen de taal: “Het geschiedde in het jaar des Heren …. “). Moge dan het nieuwe jaar u vooral dat bieden wat u meer verbindt met God en de naaste. Dat betreft dus niet enkel het mooie en het goede. Soms kan God ons iets “overzenden” dat in eerste instantie daarmee in tegenspraak lijkt. God ziet evenwel verder en kan ieder kruis vruchtbaar doen zijn. Onze oud-bisschop, Mgr. Harrie Smeets was daarvan overtuigd. Bijzonder is dan ook de wijze waarop hij zijn ziekte (en alles wat daarbij hoorde) heeft gedragen. Als man Gods besefte hij dat God alles ten goede leidt voor hen die Hem liefhebben. Daar hoort dikwijls ook het kruis bij. Mgr. Smeets werd op 22 oktober 1960 in Heerlen geboren. Hij groeide op in Born in een gezin met een oudere en een jongere zus. Na een studie Nederlandse letteren in Utrecht begon hij in 1985 aan de priesteropleiding aan het grootseminarie Rolduc in Kerkrade. Op 13 juni 1992 werd hij in de Sint-Christoffelkathedraal in Roermond tot priester gewijd. Daarna was hij onder meer kapelaan in Weert-Boshoven (1991-1994), Thorn en Wessem (1994-1997), pastoor in Maastricht-West (1997-2003) en pastoor-deken van Venray (2004–2018). Op 10 oktober 2018 werd Mgr. Smeets benoemd tot de 24e bisschop van Roermond. Op 8 december 2018 ontving hij in de kathedraal in Roermond de bisschopswijding. Bisschop Smeets werd op 29 mei 2021 plotseling ziek. Aanvankelijk werd gedacht aan een herseninfarct, maar al snel werd duidelijk dat er iets anders aan de hand moest zijn. In de weken daarna bleek de bisschop te lijden aan een hersentumor. Een operatie was niet mogelijk. Daarom werd hij vanaf september 2021 behandeld met chemokuren en bestralingen. Deze leken enigszins te helpen, maar in december 2022 werd bij Mgr. Smeets een kleinere tweede tumor ontdekt. Deze was niet zonder risico behandelbaar. Begin januari 2023 bleek dat er op academisch niveau geen behandelmogelijkheden meer waren. De bisschop heeft toen in overleg met zijn artsen besloten om de alle behandelingen stop te zetten. Zijn situatie ging daarna langzaam achteruit. In verband met zijn verslechterde gezondheid kreeg Mgr. Smeets op 10 augustus 2023 eervol ontslag van paus Franciscus als bisschop van Roermond. Na een moedig gedragen lijden is Mgr Smeets op 20 december overleden - 63 jaar oud. De uitvaart zal plaatsvinden op zaterdag 6 januari 2024.
Graag wens ik u en de uwen van harte een ZALIG NIEUWJAAR toe. Moge het een jaar zijn dat ons allen verrijken mag in geestelijke zin.
Pastoor C. Müller
Kerstmis
Je hoeft niet veel te spreken,
wanneer je naar de kerststal gaat
weet dat je vrede vindt
als je dit Kind maar binnen laat.
Je hoeft geen schatten mee te dragen
wanneer je naar de kerststal gaat
weet dat voor dit kind
een klein gebaar volstaat.
Je hoeft niet bang te blijven
wanneer je naar de kerststal gaat;
als je maar begrepen hebt
wat dit Kind te wachten staat.
Je hoeft niet bang te zijn
wanneer je naar de kerststal gaat;
dit Kind legt weer de rust
op jouw vermoeid gelaat.
Je hoeft niet veel te wensen
wanneer je naar de kerststal gaat;
weet dat in 't nieuwe jaar
dit Kind je niet verlaal
Pastoor C. Müller
“Ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn: maakt de weg recht voor de Heer!”
In de Advent wijst de liturgie ons op 2 bijzondere personen, te weten Maria, die zwanger is en Johannes de Doper, de profeet die naar Hem verwijst, (naar “die na mij komt”). Over hem gaat het Evangelie dat op de 3e zondag van de Advent wordt gelezen (Joh. 1, 6-8. 19-28). Johannes maakt ons attent op Christus. Als zodanig is hij een getuige avant la letrre. Johannes bereidt zijn tijdgenoten voor op de komst van Christus. Voor ons christenen is hij als zodanig een inspiratie, alsook een voorbeeld. Vele mensen lieten zich door hem dopen. In de Advent mogen ook wij nadenken over onze eigen rol. Ja, wat dragen wij bij? In hoeverre is ons eigen leven een “sprekend getuigenis” doorheen onze werken, ons gebed, onze woorden? Ja, wat doen wij voor de Heer en Zijn Kerk? En voor de mensen om ons heen? Zo mag ieder van ons een lichtje zijn, ieder met zijn/haar gaven. Juist in deze tijd.
Pastoor C. Müller
Bekering
De Advent is een tijd om ons te bezinnen met het oog op Kerstmis, het feest van de Menswording van Gods Zoon. In het Evangelie van de 2e zondag van de Advent ontmoeten we Johannes de Doper. Hij is de bode die verwijst naar Hem die komen gaat. Hij is ook diegene die Jezus doopt in de Jordaan. Met de doop begint Jezus openbaar leven. Johannes roept zijn tijdgenoten op om zich te bekeren. Zo preekte hij in die dagen een doopsel van bekering.
Het begrip “bekering” veronderstelt weten waar je staat, maar ook dat je nadenkt over de oriëntering in je leven. Ja, wat streef je na? En op wie ben je gericht? God verlangt van ons dat we verder kijken dan ons eigen leven, uitzien naar Hem die is het “Licht der wereld”. God wil dat wij ons leven afstemmen op Hem, en Zijn plan met ons leven waarmaken.
Als zodanig is ons/mijn leven steeds “een project in uitvoering”, vergelijkbaar ook met een huwelijk. Een echtpaar geeft het gaandeweg vorm en inhoud. Als het goed is leidt dit tot meer liefde, meer eenheid. Iets dergelijks vraagt God ook van ons, dat we meer en meer één worden met Hem. Daartoe is telkens bekering nodig, door je innerlijke navigatie (geweten) te volgen. God is daarbij Diegene die onze weg kent. Aan Hem mogen we ons toevertrouwen.
Pastoor C. Müller
Advent
De Advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest; het is de liturgische periode waarin de verwachting van de komst én de wederkomst van Jezus Christus centraal staat.
In de weken vóór Kerstmis leven christenen in afwachting van de komst van het kindje Jezus.
De Advent omvat ongeveer vier weken. Deze liturgische periode vangt aan op de vooravond van de zondag die valt tussen 27 november en 3 december, en eindigt als op 24 december bij het avondgebed de Kersttijd begint. De Advent telt altijd vier zondagen, terwijl het totaal aantal weekdagen kan variëren van 22 tot 27.
Tijdens de Advent wordt licht in de duisternis verwacht. Terwijl het in de natuur om ons heen steeds donkerder wordt, leven gelovigen toe naar de komst van Jezus Christus, het ' Licht der wereld'. Duisternis staat in de christelijke traditie symbool voor de dood; licht voor het leven en de Verrijzenis. In de weken vóór Kerstmis zien de gelovigen Christus, het Licht van de Wereld, dichterbij komen. Het besef groeit dat uiteindelijk niet de dood, maar het leven zal overwinnen.
Het naderen van het licht wordt in de Advent symbolisch zichtbaar gemaakt met behulp van de adventskrans, die in alle kerken en in sommige scholen en huiskamers wordt opgehangen. Een adventskrans is doorgaans gemaakt van dennengroen of andere natuurlijke materialen en draagt vier kaarsen, voor elke zondag van de Advent één. Christenen leven steeds in de verwachting dat Jezus Christus op aarde terug zal keren. De Advent is enerzijds een vreugdevolle tijd (zo kijken we naar Maria die in blijde verwachting is), anderzijds een tijd van bezinning: Wie is Jezus voor mij?
Pastoor C. Müller
Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal
Komend weekend (26 november) vieren we weer de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Traditiegetrouw vieren we dan het Hoogfeest van Christus Koning. In het Evangelie (Mt. 25,31- 46) verwijst Jezus naar het oordeel. Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid, vergezeld met alle engelen, dan zal Hij plaatsnemen op zijn troon van glorie. Dan zal hij de mensen scheiden in schapen en bokken. De schapen aan de rechterkant, de bokken aan de linkerkant.
Hij zal eenieder oordelen naar wat hij / zij heeft gedaan, dan wel nagelaten. Opmerkelijk is dat Jezus het hier heeft over de naastenliefde en hoe Hij dikwijls schuilgaat in de behoeftige medemens (“Ik was naakt, dorstig, hongerig, arm dan wel een vreemdeling …”). Ja, herkennen we de Heer nog in de naaste? We kunnen hierbij denken aan Sint Maarten, die destijds de helft van zijn mantel gaf aan een behoeftige. Enkele dagen later kreeg hij een droom. Jezus kwam erin voor, Hij droeg de helft van de mantel die Martinus aan de bedelaar had gegeven! Het mag ons aan het denken zetten, nu er zoveel nood is in de wereld.
Pastoor C. Müller
Wat heeft God aan ons toevertrouwd? (Mt. 25,14-30)
In het Evangelie van zondag 19 november (33e zondag door het jaar) wordt ons wederom een parabel toevertrouwd. Het gaat over een man die aan 3 dienaren talenten uitdeelt, alvorens zelf af te reizen. Tijdens zijn afwezigheid gaan ze ermee aan de slag. De eerste 2 verdubbelen dat wat ze ontvangen hebben, de 3e verbergt het geld van zijn heer.
Later volgt een afrekening. De meester prijst het dat de eerste 2 dienaren met de hun gegeven talenten hebben gewoekerd en de talenten hebben verdubbeld. De 3e wordt verweten dat hij met dat ene talent niets heeft gedaan.
Het evangelie van vandaag maakt duidelijk dat er veel van ons verwacht wordt; dat we een actieve en positieve bijdrage leveren aan het werk van het rijk Gods en aan de christelijke gemeenschap als het lichaam van Christus. Het is dus zaak tijd te besteden aan het nadenken over wat mijn unieke ‘talenten’, gaven of vaardigheden zijn, en dat ik mij afvraag voor welk doel ik ze gebruik? Het evangelie suggereert dat er haast mee gemoeid is - we weten immers niet wanneer onze ‘werkgever’ zal terugkomen om zijn boekhouding met ons na te lopen. Wanneer Gods gaven niet worden benut, wordt Gods goedheid in twijfel getrokken. Gods wil volbrengen zal voor ieder van ons verschillend zijn omdat onze gaven en omstandigheden verschillend zijn. Laten we dan - ieder voor zich - kijken wat eenieder kan bijdragen. Want ieders aandeel doet ertoe.
Pastoor C. Müller