Doop van de Heer

Het feest van de Doop van de Heer ligt in het verlengde van het feest van de Openbaring van de Heer (Driekoningen). Het sluit de tijd van Kerstmis af en vormt de overgang naar de tijd door het jaar.

Terwijl Johannes Jezus doopt op de oever van de Jordaan, gebeurt er iets groots. De hemel scheurt open, men hoort de stem van de Vader en de Heilige Geest daalt in een zichtbare gedaante over Jezus neer. Het is een manifestatie van het mysterie van de Heilige Drie-eenheid. Maar waarom vond dit visioen plaats op het ogenblik dat Jezus wordt gedoopt? De verklaring is gelegen in het doel waartoe Jezus naar Johannes gaat om door hem te worden gedoopt. Johannes preekt een doopsel van bekering. Jezus ontvangt dit teken van berouw samen met zovelen die bij Johannes samenstromen. Aanvankelijk probeert Johannes Hem tegen te houden, maar Jezus dringt aan. Door dit aandringen maakt de Heer  duidelijk dat Hij solidair wil zijn met de zondaars. Hij wil zijn waar zij zijn. Hetzelfde wordt door de apostel Paulus met andere woorden tot uitdrukking gebracht: “Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot zonde gemaakt” (2 Kor 5, 21).

Juist op dit ogenblik van intense solidariteit met de zondaars heeft een overweldigende trinitaire openbaring plaats. De stem van de Vader weerklinkt luid uit de hemel en verkondigt: “Gij zijt mijn Zoon, de Welbeminde, in U heb Ik mijn welbehagen gesteld”. Wij moeten begrijpen dat wat de Vader behaagt, nu juist gelegen is in de wil van de Zoon solidair te zijn met de zondaars. Op deze wijze openbaart Hij zich als Zoon van deze Vader, de Vader die “de wereld zozeer heeft liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven” (Joh 3, 16). Op hetzelfde ogenblik verschijnt de Geest als een duif en daalt neer op de Zoon. Het is een bevestiging van het Zoonschap van Jezus Christus.

 

                    Pastoor C. Müller