“Wat moeten wij doen?”
“Wat ben jij bereid te doen voor de ander in de Advent?” Het is een vraag die velen ontgaat, terwijl het in de Advent ook om het doen van boete gaat, mede ten bate van anderen.
In het Evangelie van de 3e zondag van de Advent (11 december) geeft Johannes de Doper op de vraag van de mensen: “Wat moeten wij doen?” - een duidelijk antwoord. “Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft, en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen.” Tegen de tollenaars zei hij: “Niet méér vragen dan voor u is vastgesteld.”. En tegen de soldaten: “Niemand uitplunderen, niemand iets afpersen, maar tevreden zijn met uw soldij.”
Het is van belang om te zien naar de anderen in wie Christus schuilgaat. De H. Martinus van Tours (feestdag 11 november) deed letterlijk wat hier in het Evangelie staat geschreven. De overlevering leert ons dat Martinus nadat hij de helft van zijn mantel aan een bedelaar had gegeven, nadien een droom had waarin Christus aan hem verscheen, die de helft van de mantel droeg die Martinus vlak daarvoor aan een behoeftige had geschonken.
Ofschoon we in de maand december gewoon zijn cadeaus te kopen voor onze dierbaren, is het goed ons de vraag te stellen welke minderbedeelden we nu zouden kunnen helpen. Als we dat doen, leren we verder te kijken; iets waartoe de Advent ook oproept. Daarom, open de ogen van je hart, er is immers zoveel meer te zien dan de vele kleine lichtjes in de winkels en de straten.
Pastoor C. Müller