“Dat zij in de waarheid aan U toegewijd mogen zijn” (Joh. 17,11b-19)
In het Evangelie van zondag 12 mei (7e zondag van Pasen) bidt Jezus voor zijn leerlingen. Onder meer dat zij één mogen zijn zoals Wij (zoals Jezus en zijn Vader). Voorts dat God de Vader hen bewaart voor het kwaad. En dat zij in de waarheid aan God de Vader toegewijd mogen zijn. Die woorden betreffen deels God zelf (die één is in zijn H. Drievuldigheid), deels ook alle leerlingen. Het betekent concreet dat we moeten meewerken met Gods genade en het kwaad moeten mijden. Maar ook dat we steeds moeten handelen overeenkomstig Jezus woorden, die van Zichzelf heeft gezegd: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”.
Sommige mensen hebben er moeite mee. Men laat het Evangelie dan voor wat het is en opteert voor een “eigen” waarheid, die ogenschijnlijk “menselijker” lijkt, maar het toch niet is. De geschiedenis illustreert dit; hoeveel utopieën (over een ideale wereld) zijn op niets uitgelopen?
Uiteindelijk kunnen we niet om God heen, die was, is en blijven zal. Interessant is nu dat anno 2024 in Frankrijk vele volwassenen zich laten dopen. Ze hebben (al zoekende) gaandeweg ontdekt dat God bestaat. Het mag ook ons aan het denken zetten: Wat is waarheid? En hoe verhoud ik mij tot dat wat waar is?
Pastoor C. Müller